Bron: https://ronnydeschepper.com/2014/12/16/55-jaar-geleden-walter-cronkite-bericht-dat-iran-rocknroll-verbiedt/
“Mijn bonpapa” van Kleine Janneman was de allereerste plaat die ik kreeg. Het was uiteraard “mijn bonpapa” (peter langs vaderszijde) die ze mij cadeau had gedaan. Niet lang daarna is de man echter helaas gestorven. Misschien is het daarom dat mijn aandacht uiteindelijk vooral uitging naar de B-kant “Eddie de Eskimo”. Maar nu ikzelf een “bonpapa” ben, heb ik dit nummer “herontdekt” natuurlijk. Maar helaas, over kleine Janneman is zo goed als niets te vinden op het internet. B.v. niet wie hierachter schuil ging, wat de man als volwassen persoon heeft gepresteerd (is hij zanger gebleven of heeft hij uiteindelijk toch voor een ander beroep gekozen?) en dus ook niet of hij nu nog leeft. Vandaar deze oproep: als iemand mij ook maar het minste over kleine Janneman kan vertellen, graag!!!
Ikzelf ben pas geboren in 1951 dus de rock’n’roll is als zodanig wel aan mij voorbijgegaan. Het eerste 45-toeren singeltje dat ikzelf kocht was in 1958 “Till” van Roger Williams, zeker geen rock’n’roll. Vlug daarop volgden enkele EP’tjes (“extended plays”: vier nummers i.p.v. twee) van Marino Marini. Op het eerste stond o.m. “Buona sera”, “Come prima” en “Magic moments” en op het tweede “Piove”, “Una marcia in fa” en nog twee andere nummers van het Festival van San Remo 1959. Op het derde stond al helemaal niets meer dat ik me herinner en toen was het ook gedaan met deze kortstondige Italiaanse rage, ook al waren de eerste twee singeltjes van Elvis die ik me daarna kocht, “It’s now or never” en “Surrender” eigenlijk ook Napolitaanse schlagers (“O sole mio” en “Torna a Sorrento”). Ook “Are you lonesome tonight” en “Wooden heart” waren nog van het schmalzerige type, maar “Wild in the country” had een rockende keerzijde (“Feel so bad”) die me ertoe aanzette eens na te gaan wat Elvis zoal had uitgebracht vóór “It’s now or never”. Tegen die tijd verschenen echter The Beatles reeds aan het firmament en eigenlijk zou het nog tot het midden van de jaren zestig duren vooraleer ik echt de “ouwe” rock’n’roll ontdek via een retro-programma op Radio Veronica. Rockelpees begin ik me pas in de jaren zeventig aan te schaffen.
Het beste werk van Gene Vincent b.v., dat is samengebracht op “Testament du rock” (MFP) samen met dat van Johnny Otis, Wanda Jackson en Louis Prima, al moet je er door die noodzakelijke beperking ook wat “Schmalz” bijnemen zoals Judy Garlands “Over the rainbow” in een versie van Vincent! Maar voor het hoger geciteerde “Buona sera” kan je wel degelijk hier terecht, terwijl je het op het speciaal aan Louis Prima gewijde album in de Duitse reeks “The story of rock ‘n’ roll” (ABC) met fletse opnamen uit de jaren zestig moet stellen. Ook de andere platen in deze reeks zijn trouwens met omzichtigheid te benaderen.
Zelf heb ik in de kast b.v. een elpee staan die “The World Famous Coasters” heet en inderdaad alle hits van deze fantastische groep uit de jaren vijftig bevat, maar… in remake-versies uit de jaren zeventig. Hetzelfde kan trouwens gezegd worden van bepaalde platen van Roy Orbison, Del Shannon en Paul Anka, die ook ongetwijfeld met de beste (lees: commerciële) bedoelingen werden heropgenomen.
Neen, geef ons dan maar “Superstars of rock’n’roll” ook van MCA maar deze keer wel degelijk met het beste van Bill Haley en Buddy Holly, naast interessant materiaal van Brenda Lee, the Kalin Twins en andere Johnny Burnettes. In dezelfde reeks (“Gold”) is er trouwens een schitterende verzameling van Buddy Holly-klassiekers.
RCA had een reeks lopen die “The Originals” heet en waarin je oude, haastonvindbare elpees opnieuw geperst werden in hun originele vorm. Zo is “The best of Sam Cooke” een absolute aanrader. Evenals natuurlijk de oude “Golden Records”-elpees van Elvis Presley, al is het hier uitkijken, want RCA heeft ook andere persingen uitgebracht waarop bepaalde nummers zijn weggelaten en/of vervangen door recentere opnamen.
Dezelfde behoedzaamheid is aan te raden als je op zoek gaat naar “Greatest hits” van b.v. Jerry Lee Lewis of Chuck Berry (de peetvader van Beatles en Stones, maar in de jaren vijftig in Vlaanderen een nobele onbekende). Men kan deze namelijk gemakkelijk en goedkoop op de kop tikken van de firma Mercury, maar dan ben je wel goed gefopt, want dit zijn opnamen die uit het begin van de jaren zestig dateren en waarvan a.h.w. de ballen zijn afgehaald. Neen, Sun en Chess zijn respectievelijk de merken waarnaar je moet uitkijken en waarvan je overigens ook gerust minder bekende namen mag meepikken, want het huisorkest van de twee firma’s bestond zelf reeds uit bollebozen uit resp. de country- en de blueswereld.
Hier in Europa is het vooral “Move it” van Cliff Richard dat historisch mag worden genoemd, al zijn wij, getrouwen van Radio Luxemburg, nog meer vertrouwd met zijn versie van Little Richards “Ready Teddy” dat de openingstune vormde van de wekelijkse hitparade op zondag (na de zangwedstrijd van Elnett Satin gepresenteerd door Jef Burm, waaraan Salvatore Adamo en Jacques Brel nog hebben deelgenomen). Beide nummers staan overigens op een uitstekende CD’tje uitgegeven door de BBC, waarbij The Shadows nog als The Drifters staan vermeld.
In Engeland werd in april 1960 Eddie Cochran (22) gedood in een auto-ongeval, nadat iets meer dan een jaar daarvoor Buddy Holly, Richie Valens en The Big Bopper reeds tot hun vaderen werden verzameld. Tel daarbij de schandalen door seks met minderjarigen die Jerry Lee Lewis en Chuck Berry ten laste werden aangewreven (Chuck Berry zou pas in oktober 1963 weer vrijkomen, nadat hij de helft van een gevangenisstraf van drie jaar had uitgezeten voor seks met een minderjarige prostituée) en Little Richard die “de muziek van de duivel” afzwoer (*) en men dacht dan ook dat rock zelf ten dode was opgeschreven. Maar niets bleek minder waar…
Referentie
Jan Mestdagh & Ronny De Schepper, De jaren vijftig, De Rode Vaan nr.11 van 1985
(*) Tijdens de eed moet hij ongetwijfeld zijn vingers achter zijn rug hebben gekruist, want hij nam anoniem wel degelijk nog rockmuziek op samen met The Upsetters.