
Armistis 1994 – Hoegaardier is onuitputtelijke bron voor liedjes

DE TOTALE WAANZIN ‘danst’
Op zaterdag 10 november – 21u nodigt De Totale Waanzin uit op hun traditioneel jaarlijks “Armistis-Konsaar”.
Traditiegetrouw brengt De Totale Waanzin op deze 14e ‘Armistis’ een mix van muzikale kolder en plezante, doorleefde ‘leekes’ in het Hoegaards dialect (et ‘Ogets’) over o.a. de dagdagelijkse dingen (“Nen tristigen dag”, “Ig wiejet et ni”, “Ig was doewef”), over Hoegaarden (“Taas in de Klaas”, “Giejen boerkes in Ogere”,) en over zijn lokale dorpsfiguren (“Pjeirke Sailes”, “Lewikke den Roeweje”, “Schipper en zen vraa”), over de Hoegaardse meisjes (“Et spel van Angel”, “Betty & Benny”) en het Hoegaardse bier (“In den aimel es gieje beei”, “Zatte minse”).
Ook de recente actualiteit met de terugkeer van het Hoegaards bier is in het nieuwe repertoire te beluisteren (“Geft azen Oget trug”).
Na de geslaagde theatertoer met de Ogetse Revu (Hoegaardse revue) “Kus mig naa mein klak” en de “Verbrowdereng mé ander kultuire” (de verbroedering met andere culturen en dialecten) werd voor deze editie gekozen voor beweging … want er moet en zal gedanst worden.
De Waanzin heeft speciaal hiervoor een aantal nieuwe nummers gemaakt en ook ‘oude’ nummers in een aangepast ‘danskleedje’ gestoken.
Van volksdans, cha-cha-cha, jive, wals, polka en line-dance over tango, rap, scottisch, boogie, boombal, slow en tapdans tot buik- en paaldans.
Een 20-tal gerenommeerde en gereputeerde dansspecialisten geven het voorbeeld en nemen de aanwezigen mee op sleeptouw
Chris Michel zal ook deze keer de uitdaging aangaan om dit muzikaal waanzinnig dansgebeuren in goede banen te leiden…
De Totale Waanzin zijn : Heidi Ickmans (trekzak), Clara Bessemans (zang), Patrick Ladangh (zang), Paul Vlayen (gitaren, banjo, harmonica, zang), Michel Evers (bas), Luc Vandeplas (gitaar, fluit) en Gorgon Romme (drums, percussie), Ivan Burvenich staat in voor het geluid en de techniek.
Dit wordt opnieuw een onuitgegeven ‘multi-disciplinair’ spectakel… op de vooravond van de wapenstilstand (‘Armistis’).
Meer info : ’t Paenhuys Hoegaarden : 016/76.73.76 – info@paenhuys.be –
________________________________________________________________
In ’t Paenhuys te Hoegaarden
Zaterdag 10 november om 21u
Vvk 6€ / kassa 8€
Het Nieuwsblad – 9 maart 2009
Gezien vandaag op één, na De Laatste Show? Eric Vanrompuy ‘kan iets’. Hij zingt een strofe van een cowboyliedje van Janneman. Onze Hoegaardse Janneman (nu 65).
In Hoegaarden weten ze dat Janneman het pseudoniem was van Jan Stuerbout. Tot zijn stem brak was hij een talentvol zangertje, met verschillende plaatopnames. Denk aan Bompapa (1950), Twee witte muizen (1952)… Nadien zagen we hem als accordeonist bij gelegenheden en ook als acteur bij toneelkring Thalia. Er is een waardevolle artiestencarrière verloren gegaan…
Maar de herinnering is zoet. Eric Vanrompuy wees er nog op: ‘De plaat is van 1959. Ik was toen tien jaar.’ Op onze blog riepen we al een eerder op om Janneman te gedenken en daarop reageerden LImburgse fans die de Hoegardier bij gelegenheid wilden uitnodigen. Op het internet kunt u de stem van Janneman.
Geplaatst door Johan op 17 oktober 2018 in liedbladen, liedboeken, liederen, Over Leut & Plezier | ∞
In 1912 gaf Cinema Prins Albert in Antwerpen meteen een contract van twee jaar aan het "duo De Winter". Het echtpaar Gustaaf De Winter-Meeus had immers met glans een wedstrijd gewonnen voor het beste liedje. Prijs: 20 frank, in die tijd ongeveer een maandloon. Het liedje waarmee ze die prijs wonnen was "Ziet eens wat aardig typeke".
Dat vertellen Jack Verstappen en Bert Peeters in hun boek “Volkszangers in Antwerpse Café-Chantants”. Het liedje zelf publiceren ze niet maar het moet indertijd zeer veel indruk hebben gemaakt want we vonden het in vijf verschillende liedjesverzamelingen terug. Een paar keer ook met overgeleverde melodie, wij vinden de versie genoteerd door Willy Lustenhouwer in “Geschiedenis van het Café-Chantant” de meest plausibele.
We kunnen ons voorstellen dat het lied in de Café-Chantants met zwier werd uitgebeeld in aangepaste kostumering en dat het daarna zijn weg vond bij imitators op familie- en teerfeesten.
Hoe vindt ge mij geacht publiek?
Zeker wel heel magnifiek?
Eenieder kijkt mij zo verwonderd aan
als ‘k over de straat gaan.
En velen zijn daarom jaloers,
ja vooral die lieve poes
omda’k een jonkman ben,
en ik de mode ken,
en daarom houd van hen.
Daarom doen velen mij verstaan
terwijl ze zo voorbij mij gaan:
Ziet eens wat aardig typeke,
zijn frak al met een slippeke.
Een hoed met brede rand
en een stokje in de hand.
Ik schud al met mijn gatteke,
ik ben zo’n aardig ratteke,
altijd bloemen op mijn frak,
wandel ik op mijn gemak.
Des morgens ga ik heel tevree
eerst al naar mijn stamcafé
Ik drink dan gerust op mijn gemak
een Schiedam of een Cognac
Vandaar ga ik naar mijn coiffeur,
die zet mij dan een couleur,
eerst goed glad geschoren en dan geparfumeerd,
en dan met schmink besmeerd.
Dat ieder mij van verre ziet
en mij dan nog een oogske flikt.
Des avonds ga ik naar ’t concert,
dan gebruik ik zo ’n air,
want zodra dat ik me daar vertoon,
ieder zegt: wat is hij schoon.
Op het bal is het weer ’t geval,
meisjes in een groot getal
die wagen nog de kans te doen met mij een dans
en bezien mij vol glans.
Dan doen velen mij weer verstaan
terwijl ze zo voorbij mij gaan:
Ik krijg van alle kanten bod,
’t is niet dat ik ermee spot,
want het is mij toch allemaal gelijk,
geen vrouw die ik bekijk.
Voor trouwen heb ik nog geen lust,
‘k blijf liever nog wat gerust.
Binnen een jaar of tien
zal ik het eens bezien
mijn liefde aan te biën.
Want daarvoor heb ik nog geen tijd,
neen, ik bemin de liberteit.