De Standaard 8 oktober 2009
De Tiense filoloog dr. Paul Kempeneers is voorstander van het herstel van oude straatnamen. ‘Maar niet in ’t dialect’, licht hij toe. ‘Afschaffing van vroegere straatnamen om er de naam van een vooraanstaand iemand op te plakken, noem ik al flauwekul en de voorstanders van een herstel van de vroegere naam in ’t dialect, noem ik personen die een slecht woordenboek gebruiken. Ze hebben niet eens een vaste schrijfwijze van hun dialect.’
Kempeneers is boos op zijn Tiens stadsbestuur. ’25 jaar geleden sprak ik politici aan om onder de bordjes met de officiële straatnaam een bordje te hangen met de oude naam. Iedereen vond het een geweldig idee. Ik kreeg al veel schouderklopjes. Voor de rest? Niets, door een gebrek aan interesse. Namen in ’t dialect? Neen, met zo’n zever hou ik me niet bezig.’
Het Kommetèet va Pikke Stijkès in Tienen heeft een andere mening. Het ijvert voor instandhouding van het Tiense dialect. ‘Straatnamen in het Tiens is daar een aspect van’, meent Gilbert Declercq van het comité. ‘Maar ons voorstel is afgeketst omdat bewoners en handelaars zicht kantten tegen een tweede straatnaam. Ze vreesden voor verwarring.’ Voorzitter Jef Vanderstappen van de Cultuurraad meent dat ook het financiële aspect een rol speelde: ‘Nieuwe bordjes zouden aan de stad veel geld hebben gekost.’
Kempeneers kreeg bij de voorstelling van zijn boek over de stad Aarschot te horen dat het schepencollege besliste enkele oude straatnamen opnieuw te vermelden, maar niet in het dialect. ‘Ik ben blij dat Aarschot het voorbeeld van Leuven niet volgt. Leuven bezigt wel dialectnamen, maar voor Aarschot zie ik het niet zitten dat de Kardinaal Mercierstraat, voorheen Eeuwigheidsstraat, zoiets wordt als Iêwichaatstreut en de Jozef Tielemansstraat, voorheen Kortstraat, de Kutstreut.’
In Hoegaarden ijvert de Cultuurraad sinds kort voor herstel van oude straatnamen. Een werkgroep gaat na welke straten daarvoor in aanmerking komen. ‘Ik verwacht er niet veel goeds van’, oordeelt Kempeneers. Hij stelde het Tiens en Hoegaards Idioticon samen met verklaring van dialectwoorden en besluit: ‘De Hoegaardse spelling lijkt nergens op. Ik hoop dat men in Hoegaarden het gezonde verstand gebruikt. Ik ken mensen in Hoegaarden die hun eigen geschreven dialect niet begrijpen. Mijn vrouw is een van hen.’
Hoegaardier Luc Vandeplas, auteur van de Hoegaardse revue, leidt de werkgroep in de Cultuurraad. Op 10 november gaat De weg nowe Ogere in première, in het dialect. ‘Inderdaad wordt gezocht naar straten, waarvan mogelijk ook de vroegere naam weer kan vermeld worden’, zegt hij. ‘Dialect of niet? Ik neem aan die polemiek liever geen deel. De werkgroep moet het uitmaken. Ik werk mee, maar kies geen stelling. Er zijn voor- en tegenstanders van het dialect. Regels voor de schrijfwijze bestaan niet. Daarom is het noodzakelijk elk voorstel sereen te behandelen. Het dorpsdialect moet zeker bewaard blijven. Het is authentiek erfgoed. De Slachthuisstraat heette vroeger in de volksmond de Bedeleersumkeer. Die naam heeft een historische achtergrond en klinkt mooi.’
Hoegaarden
Voor of tegen dialect op straatnaamborden? Stem op de poll op www.nieuwsblad.be/hoegaarden